CObus hoeft en moet niets meer. Hij heeft alles aan zijn werkgever terug gegeven en gaat genieten van NIETS MEER MOETEN. CObus is met pensioen !!! Op z’n 65e verjaardag een afscheidsfeestje en dat was . . . . natuurlijk 31 december !!!
Is die al zo oud, ja die is al zo oud !!! Hieronder een verslagje van wat ik zoal gedaan heb in die 42 jaar van 1975 t/m 2017.
Opgeleid als automonteur was ik als zodanig aan ’t werk totdat ik de militaire dienst in moest. Mooie diensttijd gehad en daarna weer de garage in. Mijn broer was vanaf school naar de politie gegaan en haalde mij over om ook te komen. Ik was ouder, had geen speciale CV nodig en aan de hand van de info van mijn broer, was de beslissing snel gemaakt. Per 1 januari 1975 aangenomen bij Gemeentepolitie Delft en vanaf die datum (oké zal de 2e zijn geweest) naar de politieschool in Leusden. Studeren en dat was nog wel ’n puntje voor me. Ik was alles behalve een stuud. Dat had ik snel geleerd, want alles kwam aan op dat ene jaar en dus moest ik wel.
Over dat ene jaar zou ik al ’n boek kunnen schrijven, dus om een lang verhaal kort te houden, ik slaagde als tweede beste van de jaargang (geen stuud ?) en was vanaf dat moment politieman in Delft. Kwam in 1976 dus op Delft en vanaf dat moment ook woonachtig met Ellie en Wallie in Delft.
Gekoppeld aan een mentor leerde ik snel Delft kennen en ook de kneepje van het vak. Daar mijn ambitie bij de motor lag, ging ik zelf m’n rijbewijs halen, dan is dat maar alvast binnen. Toen kon dat nog, motorrijbewijs binnen en je was motorrijder. Ik zelf lessen, dienstmotor met L plaatje achterop en oefenvergunning en binnen een jaar rijbewijs A. Zeg na ongeveer 3 jaar werken was CObus als motorrijder aan ‘werk. Kreeg daarna wel de voortgezette rijopleiding voor de motor, van de dienst. Totaal 22 jaar op de motor gezeten.
Toen wij van de opleiding afkwamen, kregen we eerst de ME-opleiding in Woensdrecht voordat we naar ’t korps gingen. Vanaf dat moment dus ook ingedeeld ME-er en heb wat bijstand moeten leveren en ook ernstige zaken meegemaakt. Borsele en Inhuldiging Beatrix springen er daarbij echt uit.
Na bijna 5 jaar op straat ging met het roer omgooien in de organisatie van bureau Delft en werd een wijkteam opgericht. Daar men op de meldkamer een plaats vrij had en ik me geen wijkagent voelde, gesolliciteerd voor de meldkamer en aangenomen. CObus zat van 1980 tot 1985 op de Alarmcentrale van bureau Delft. Ook daar speciale incidenten meegemaakt vanaf achtervolgingen bankovervallers tot gijzeling van collega’s in de nachtdienst.
In 1985 terug naar de ploeg en terug de straat op waar toch het echte politiewerk ligt, als je het aan mij vraagt. Ik kon weer tijdelijk motorrijder worden (omdat die ploeg er geen had) en ik ben er niet meer vanaf gegaan. Door de jaren die ik inmiddels had werd ik vaak wel de rechter hand van de ploegchef, maar dat was goed te combineren. (de dienst regelen als wachtcommandant, collega’s begeleiden en werken buiten) Dat was de functie voor mij, voelde me als een vis in het water.
Bij elkaar 22 jaar op de motor gezeten en met plezier. Die rechterhand van de ploegchef werd bij de eerste reorganisatie in 1994 serieus. Ploegchef wilde ik niet worden, te veel verantwoordelijkheid maar vooral te veel binnen. Zeg maar manager van een ploeg en tevens wachtcommandant van de dienst. Dus vroeg, laat of nacht, je was altijd chef van dienst. Ik koos dus voor mentor op de ploeg, zeg maar tweede man op de ploeg of inderdaad rechterhand van de ploegchef. Naast het zijn van mentor werd ik ook nog voor 2 jaar aangesteld als planner van bureau Delft West. Naast het reilen en zijlen op de ploeg, dus de dienstplanning voor heel bureau West. Ik koos dus voor werken buiten, maar ik kwam er niet of nauwelijks. Die planning kostte te veel tijd. Dacht je dat je alles op orde had, kwam er weer een bijstands-aanvraag vanuit CCB (HB Den Haag) moesten er weer mensen geleverd worden voor een demo of risicovol evenement en kon je weer opnieuw beginnen met de diensten op aantallen te krijgen.
Dan zitten we inmiddels na 1994, dat was de reorganisatie van toen. Door het aantal inwoners moest Delft twee Politie-Bureau’s hebben. De goedkoopste oplossing, twee bureau’s in één gebouw. Op de begane grond Bureau Centrum/Oost en op de 1e verdieping wij met Bureau Delft West. Deze verdeling is al begonnen op ons oude Bureau aan de Westvest en ( het huidige bureau was men al aan ’t bouwen) later dus op de Jacoba v Beijerenlaan. Om een te lang verhaal in te korten, dat heeft 10 jaar geduurd en daarna was er maar één bureau meer in een gebouw, zoals nu op de Jacoba.
Steeds meer ging ik zien dat we de politie weer op de fiets moesten krijgen en dan met name op en rond de “Hotspots” waar we veel overlast ondervonden van hangjeugd en gebruikers. Ik gebruikte daarvoor de term “Fietspolitie” en ben na inwinnen van veel informatie, begonnen met e.e.a. op papier te zetten. Belangrijker was nog om de bureauchef zover te krijgen dat e.e.a. in werking gezet kon worden, dat er geld voor vrij kwam en om er 3 collega’s bij te vinden die die pilot met mij zouden willen draaien. Die 3 kanjers had ik natuurlijk al in het oog en gelukkig hadden ze er ook erg veel zin in. Met Ilona, Sander en Jeroen werden we het eerste Delftse Bike-Team. Ik nam daarnaast ook John Visser in de arm om alles officieel aan het papier te vertrouwen en begin 2000 maakten we de eerste surveillance-kilometers op de mountainbikes.
Trackbacks/Pingbacks